Hall of Fame - Ove Kindvall

“Als Ove in vorm was, dan was elke scoringskans een goal. Hij was ook ongelooflijk snel op de eerste tien meter: Ratsch, ratsch…! Dan haalde niemand hem meer in.”
                                                                                        Dick Schneider

Ove Kindvall is een legende, niet alleen voor Feyenoord supporters, maar vooral ook voor de spitsen die de taak hadden hem op te volgen. Stuk voor stuk gingen ze gebukt onder de nalatenschap van de productieve Zweedse midvoor. In de 144 competitiewedstrijden die hij voor Feyenoord speelde, scoorde hij maar liefst 129 doelpunten. Het schijnt dat ook Kindvall wel eens periodes had dat het minder ging, met name in de wintermaanden, maar dat maakt zijn gemiddelde van negen doelpunten per tien wedstrijden alleen maar des te onwaarschijnlijker.

Ove Kindvall en Harry Bild
Voorafgaand aan Kindvalls debuut in de uitwedstrijd tegen Sparta in september 1966 poseren Feyenoords Zweedse aanvallers voor de camera’s.

Voorgeschiedenis
Ove Kindvall begon zijn voetbalcarrière in het havenstadje waar hij opgroeide, bij IFK Norrköping. Ook zijn vader had voor de club gespeeld, al was die nooit verder gekomen dan het tweede team. Ove deed het beter, al op jonge leeftijd debuteerde hij in het eerste elftal. Kindvall speelde er o.a. samen met de ervaren Harry Bild. Beiden wisten veelvuldig het net te vinden. Bild werd (via een omweg) eind 1965 de eerste buitenlander in dienst van Feyenoord. Hij deed het goed in Rotterdam, misschien was het daarom wel dat Feyenoord een jaar later besloot om te proberen om ook die andere veelscorende Zweedse aanvaller naar De Kuip te halen.

Kindvall, die op amateur-basis voor Norrköping uitkwam, had wel oren naar een overgang. Hij wilde prof worden en dat was in Zweden niet mogelijk. Er waren kapers op de kust, de 23-jarige Kindvall mocht zich ook verheugen in belangstelling uit Spanje en Italië, maar uiteindelijk koos hij voor Feyenoord. Niet alleen omdat Bild er al speelde, maar ook omdat hij hoopte dat het er in Nederland minder fanatiek aan toe zou gaan. Kindvall destijds: “Bij Zuid-Europese clubs zou ik veel meer kunnen verdienen, maar dan moet je wél zo’n zes jaar van je leven wegcijferen: trainingskampen, militaire tucht, geen enkele bewegingsvrijheid om je te ontspannen, om te leven. Voetbal betekent veel voor me, maar niet alles. Het moet een plezierige bezigheid blijven en bij Feyenoord verwacht ik dat ook.”[1]

Kindvall en Bild in actie tegen Willem II
Oktober 1966: Harry Bild probeert tijdens Feyenoord – Willem II (5-1) de doorgebroken
Ove Kindvall te bereiken.

Moeizame start
In zijn eerste seizoen bij de club, 1966/1967, speelde Kindvall in een 4-2-4 systeem naast Bild in de spits. Hij had het moeilijk, het eerste halfjaar. Kindvall: “Het voetbal was zo anders dan ik gewend was, en ik begreep niet wat ze zeiden. Je moet je weg vinden in zo’n team, weten wie die jongens zijn, hoe ze zijn. Het werd winter en het was zo nat! Wij spelen niet in de winter, en nat is het dan bij ons ook niet. Ik houd niet van voetballen in de modder. Toen had ik een inzinking.” [2] Ook in de ogen van trainer Willy Kment functioneerde het duo niet naar behoren. Kindvall moest een deel van het seizoen meemaken vanaf de bank. Kindvall: “Dat trok ik me erg aan. Ik ben namelijk helemaal niet zo nuchter als ik eruitzie. Ik ben bijvoorbeeld zeer gevoelig voor kritiek. In die periode sprak men zelfs van een ‘miskoop’. Bovendien kende ik nog geen woord Nederlands, ik voelde me erg eenzaam. Achteraf bezien is die periode misschien wel goed voor me geweest. Van een betaald amateurtje werd ik in die eerste zes maanden een volwassen voetbalprof.”[3]

De hele gang van zaken was opmerkelijk, aangezien Kindvall in de 23 wedstrijden die hij uiteindelijk speelde, liefst 22 doelpunten produceerde. Niet direct cijfers die duiden op een falende spits. Misschien was het Kindvalls frêle postuur, de 1 meter 76 lange Kindvall woog minder dan 70 kilo, dat coach Kment deed twijfelen aan diens capaciteiten. Hoe dan ook, het vertrek van Bild uit De Kuip in de zomer van 1967 kwam zijn landgenoot niet slecht uit. Voortaan was Kindvall onomstreden eerste keuze in de punt van de Rotterdamse aanval. Kindvall in 1968: “Misschien is het voor mij wel goed geweest dat Harry Bild is weggegaan. Ik bewonder Harry echt, vind hem een geweldige voetballer, maar onbewust heb ik me waarschijnlijk te veel ondergeschikt aan hem gemaakt. Ik heb hem te vaak de bal gegeven als ik zelf goede scoringsmogelijkheden had.”[4]

Kindvall als bankzitter

Kindvall begon zich, na die moeilijke eerste periode, steeds meer in Nederland op zijn gemak te voelen. Het duurde niet lang voor hij de Nederlandse taal onder de knie had. Hij had altijd belangstelling gehad voor taal en had op school Engels, Duits en wat Frans geleerd. Met zijn vrouw las Kindvall in Nederland de krant en keek naar televisie. Als ze op een woord stuitten dat ze niet kenden, probeerden ze gezamenlijk de betekenis ervan te achterhalen. Zonder ooit een cursus te hebben gevolgd, wisten ze zich op die manier het Nederlands eigen te maken. Waar Kindvall en zijn vrouw aanvankelijk voornamelijk met Harry Bild en diens vrouw waren opgetrokken, gingen ze ook steeds meer met Nederlanders om. De manier van omgaan in Nederland bleek anders te zijn, dan ze waren gewend, maar dat beviel prima. Kindvall: “Dat je zomaar bij elkaar langs kon gaan! Zonder afspraak! Dat makkelijke, dat was heerlijk, een ontdekking dat het niet zo formeel en terughoudend hoefde als in Zweden.” [5]

Ook op culinair gebied verliep de aanpassing soepel. Kindvall: “Heerlijk vond ik het eten hier! Saté, het lekkerste dat ik ooit geproefd heb. Hadden ze in Zweden niet in die tijd.” Het gezin Kindvall ging ook regelmatig uit eten. Kindvall: “Eten in restaurants was een ontdekking, dat kenden we niet. Op maandag had ik meestal vrij en dan reden we met het hele gezin naar Breda of naar Dordrecht om uit eten te gaan.” Thuis kookte Kindvalls vrouw vaak Zweedse gerechten, maar ook typisch Hollandse gerechten als erwtensoep en boerenkool verschenen ter tafel in het appartement in Rotterdam-Zuid dat het gezin bewoonde. Sommige dingen miste hij wel: “Die extra gebrande koffie die ze in Zweden hadden, kenden ze hier niet. Dat was een gemis. Mijn ouders brachten dat dan mee. We hadden een kast voor Zweedse spullen.”[6]

Feyenoord - ADO in augustus 1969
Ove Kindvall is ADO-keeper Ton Thie voorbij en staat op het punt om te scoren

Spits der Spitsen
Kindvalls voornaamste wapens waren zijn snelheid en zijn neusje voor de goal. De Zweed had er een handje van altijd precies daar te staan waar hij moest staan om de bal in het net te kunnen werken. Hij had geen buitengewoon hard schot in de benen of een uitgebreid arsenaal aan flitsende passeerbewegingen, zijn spel was eenvoudig en effectief.

Van een inzinking zoals in zijn eerste jaar zou hij nooit meer last hebben, maar er waren wel eens periodes dat het minder ging met Kindvall. De wintermaanden bleven een probleem. Kindvall in maart 1968: “In Zweden voetballen we in de winter nu eenmaal niet. Dan hebben we tijd voor andere dingen. Misschien denk ik daar te veel aan als ik in de winter voor Feyenoord op die natte, kille velden sta. Ja, ik ben in de wintermaanden vaak met mijn gedachten in Zweden en dat zal best invloed hebben op mijn spel.”[7] Wanneer het minder ging had Kindvall de neiging om meer meters te maken, extra hard te werken. Dan liet hij zich naar het middenveld zakken om de bal op te halen en werklust te tonen. Coach Happel moest daar niets van hebben en maakte zijn spits bij die gelegenheden in woord en daad duidelijk dat hij niet was aangetrokken om te zwoegen, maar om te scoren. Kindvall moest van de Oostenrijker in de punt van de aanval blijven en zijn hersens gebruiken.

Kindvall was bovenal een bescheiden en sportieve speler. Vloeken en tieren was er niet bij, hooguit drukte hij met armgebaren zijn onvrede over wat er in het veld gebeurde uit. Dat wilde hem aanvankelijk nogal eens problemen met scheidsrechters opleveren. Die zagen in zijn spontane reacties een vorm van protesteren. Pas later begrepen ze dat Kindvall met dat armzwaaien meestal alleen maar zijn boosheid op zichzelf wilde uiten. Slechts één keer liet Kindvall zich gaan. In een wedstrijd tegen NAC drukte hij een speler van de tegenpartij tegen de grond. Het viel hem zelf nog het meeste tegen van zichzelf en de schorsing die het hem opleverde, accepteerde hij zonder protest.

Feyenoord - Celtic
Mei 1970: Ove Kindvall ziet toe hoe de bal, die hij met een effectief lobje over de Celtic doelman heeft gewerkt, in het net verdwijnt.

Het absolute hoogtepunt van Kindvalls carrière was uiteraard het doelpunt dat hij vlak voor het eind van de verlenging van de Europacup-finale in Milaan scoorde. Met nog maar enkele minuten op de klok, toen een replay nadrukkelijk dreigde, kreeg Rinus Israël een vrije trap. De aanvoerder nam hem zelf en koos voor een lange bal naar Kindvall, die precies op dat moment uit de rug van zijn tegenstander weg liep. Terwijl de bal door de lucht vloog moet Celtic-verdediger Billy McNeill zich hebben gerealiseerd dat hij een vergissing had gemaakt door Kindvall te laten gaan. De bal was te hoog voor hem om weg te koppen en dus probeerde hij, achterovervallend, de bal dan maar met de handen te stoppen. Hij toucheerde de bal. Een penalty dus, maar gefloten werd er niet. McNeill had de bal namelijk wel geraakt, maar niet genoeg om hem tegen te houden, zodat het leer alsnog bij Kindvall terecht kwam en de scheidsrechter voordeel besloot te geven. Kindvall twijfelde niet en werkte de bal, die nog een moeilijke stuit maakte, met een bekeken lobje over de Schotse doelman. Het grootste succes uit de clubgeschiedenis was een feit. Kindvall na de wedstrijd: “Ja, dit was het gouden doelpunt uit mijn carrière. De keeper kon er net niet bij. Met een beetje geluk had ik nóg twee goals gemaakt, maar ik ben al tevreden.”[8]

Het seizoen 1970/1971 zou Kindvalls laatste jaar bij Feyenoord worden. Het was niet zijn beste jaar. Kindvall: “Dat kwam door het WK van 1970 in Mexico. Dat was slopend en daarna heb ik nauwelijks vakantie gehad. Ik kon het domweg niet meer opbrengen, hoezeer ik ook mijn best deed. Het ergste vond ik nog dat er rare praatjes kwamen. Zo van: ‘Die Kindvall gaat toch terug naar Zweden, dus doet ‘ie er niks meer aan.’ Dat waren natuurlijk waanzinnige opmerkingen, maar ik trok het me wél aan.” [9]. Halverwege het seizoen stond hij op een schamele 10 doelpunten, maar omdat hij in het laatste deel van het seizoen 12 doelpunten scoorde in 11 wedstrijden, kon hij (met nog één wedstrijd te gaan) alsnog topscorer van Nederland worden. Kindvall was erop gebrand het publiek voor die laatste wedstrijd iets extra’s te bieden en nog één keer topscorer van Nederland te worden. Tot zijn grote vreugde lukte het hem. In de laatste wedstrijd van het seizoen, zijn afscheidswedstrijd, scoorde hij twee keer. Feyenoord werd kampioen, Kindvall topscorer. Spitsen die in een ‘slecht’ jaar topscorer van Nederland werden, zouden Feyenoordfans daarna niet meer meemaken.

Kindvall in actie tegen Haarlem
Juni 1971: Ove Kindvall scoort in de kampioenswedstrijd tegen Haarlem. Feyenoord werd kampioen, Kindvall topscorer van Nederland.

Kindvall had zijn vertrek ruim van te voren aangekondigd. De spits, die al een jaar eerder een huis in Norrköping had gekocht, besloot dat het tijd was om terug te keren naar Zweden. Hij was tevreden met wat hij bereikt had bij Feyenoord en wilde een toekomst in de maatschappij opbouwen. Velen konden niet begrijpen wat de 28-jarige spits bezielde om in de kracht van zijn leven zijn carrière af te breken en gingen er vanuit dat het uiteindelijk niet tot een afscheid zou komen. Er was al eerder sprake geweest van een vertrek en toen was het alsnog tot een contractverlenging gekomen. Dick Schneider en Eddy Treijtel, die vrienden van Kindvall waren geworden, probeerden hem nog op andere gedachten te brengen en ook andere spelers vroegen hem te blijven. Maar ook nadat hij alles nog eens met zijn vrouw had doorgenomen bleef het nee. Zelfs de contractaanbieding die Feyenoord hem op de valreep deed, de beste tot dan toe, bracht daarin geen verandering.

Volgens Kindvall liet hij zich leiden door wat het beste voor zijn vrouw en kinderen was. Een beetje heimwee was altijd gebleven. Ze misten het contact met de familie. Kindvall terugkijkend: “Je kon ook nooit weg, altijd moesten we spelen. Tweede kerstdag, nieuwjaarsdag: altijd. Nu hebben ze weken vrij. Mijn vader kwam zeker acht keer per jaar, hij wilde de wedstrijden zien. Later kwam mijn moeder ook mee. In de zomer gingen we natuurlijk naar huis, dan gingen we varen, namen de Tor Linie met de auto vol spullen. Eigenlijk kregen we heimwee na zo’n jaar of vijf. De oudste zou naar de lagere school gaan, dat is ook een moment om beslissingen te nemen. Mijn vrouw had iets met haar longen en verdroeg het vochtige klimaat niet goed.” [10]

Het gezin Kindvall staat in 1970 op het punt af te reizen naar Zweden

Vriend Dick Schneider vraagt zich echter af of familieoverwegingen Kindvalls enige motief vormden. Schneider: “In Kindvalls laatste seizoen was de sfeer in de groep verziekt. We werden nog wel landskampioen, maar er werd ongelooflijk asociaal op elkaar gekankerd. Daar kon Ove absoluut niet tegen, overgevoelig als hij was. Hij was in alle opzichten positief ingesteld. Als hij bijvoorbeeld een kans miste, dan zei hij altijd: ‘Volgende keer beter’. Ik vond hem werkelijk een fantastisch mens.”[11]

In januari 1972 keek Kindvall in een interview terug op zijn vertrek. Spijt had hij niet, maar hij was wel bereid toe te geven dat hij Feyenoord zo nu en dan miste. Kindvall: “Ik heb nu een uitstekende baan op de verkoopafdeling van een grote Zweedse papierfabriek, ik zit hier erg goed. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik soms toch wel een beetje heimwee heb naar Feyenoord, vooral het publiek mis ik soms heel erg. Ik krijg nog steeds tientallen brieven van Feyenoord-supporters. Ik heb zelfs cadeautjes ontvangen. Dat doet me heel veel, misschien wel meer dan de beste kritiek die ik ooit in de pers heb gehad. Ik heb dus meer vrienden achtergelaten dan ik ooit gedacht had. Ik ben nu ook pas gaan beseffen hoe gezellig Nederlanders zijn. Ze gaan veel meer uit dan Zweden, gaan veel meer bij elkaar op visite. Maar dat weegt niet op tegen de toekomst van mijn gezin. Bovendien heeft Feyenoord Lex Schoenmaker voor mijn positie aangetrokken. Ik heb begrepen dat hij nog niet helemaal heeft kunnen overtuigen, maar bij ADO vond ik hem zó goed, dat hij ongetwijfeld zal slagen. Feyenoord zal hem alleen een jaar de tijd moeten geven om te acclimatiseren.” [12]

De fans hadden minder vertrouwen in Schoenmaker, getuige het feit dat in die periode nog regelmatig de naam van zijn Zweedse voorganger werd gescandeerd. Uiteindelijk zou Schoenmaker zich stukbijten op de erfenis van Kindvall en de geschiedenis ingaan als de eerste mislukte opvolger van de Zweedse spits. Dat het nog veel slechter kon dan Schoenmaker, zou in de jaren daarna blijken. En Kindvall? Die voetbalde tot 1974 voor IFK Norrköping, meestal als aanvallende middenvelder, en kwam dat jaar ook uit op het WK in Duitsland. Daarna speelde hij, nadat hij een baan in Gotenborg geaccepteerd had, nog tot 1977 bij IFK Göteborg.


Bronnen:
• Anna Enquist, ‘Hard Brood’, in Hard gras 44 (September 2005), 81-87.
• Bert Nederlof, De Feyenoorders (Gouda 2001).
• Phida Wolff, Geen woorden maar daden (Baarn 1971)

Noten:
01. Nederlof, 39
02. Enquist, 83
03. Nederlof, 39-40
04. Nederlof, 40
05. Enquist, 85
06. Enquist, 86
 
07. Nederlof, 40-41
08. Nederlof, 39
09. Nederlof, 42
10. Enquist, 85
11. Nederlof, 43
12. Nederlof, 43