Hall of Fame - Cor Veldhoen

“Je liep aan de hand van je vader als jochie al naar de Kuip. Nou ja, dan valt er over een andere club niet eens te discussiëren. Daar had ik ook geen enkele behoefte aan, want ik droomde alleen maar van Feyenoord.”
                                                                                            Cor Veldhoen

Cor Veldhoen was een snelle en technisch begaafde verdediger die van 1956 tot 1969 een vaste waarde was in het eerste team van Feyenoord. Als rechtsbenige linksback vormde hij in de jaren zestig een ijzersterk koppel met Coen Moulijn op Feyenoords linkerflank.

Cor Veldhoen speelde 380 wedstrijden in het eerste elftal van Feyenoord, waarin hij 2 doelpunten scoorde. Daarnaast kwam hij 18 keer voor Feyenoord in het veld in Europees verband en speelde hij 20 Bekerwedstrijden.

Cor Veldhoen in actie namens Feyenoord in 1963

Jeugd
Cor Veldhoen werd geboren op 6 april 1939. Zo hij iets was, was Veldhoen een echte Feyenoorder. Hij groeide op in Rotterdam-Zuid en als zovele kinderen uit dat deel van de stad werd de liefde voor Feyenoord hem met de paplepel ingegoten. Veldhoen: “Als jongetje ging je aan de hand van je vader mee naar het Feyenoordstadion. Dat was een vanzelfsprekendheid voor bijna ieder jochie op Rotterdam-Zuid.”

Wat geen vanzelfsprekendheid was voor de jeugd van Rotterdam-Zuid, was zelf spelen voor Feyenoord. Dat bleef voor de meeste van hen een droom. Niet echter voor Veldhoen, die de strenge selectie doorstond en werd uitverkoren om voor de Feyenoord jeugd te spelen. Hij ontpopte zich tot een getalenteerde stopperspil, een positie die inmiddels verloren is gegaan, maar zich het best laat vergelijken met een verdedigende centrale middenvelder.

Op 17-jarige leeftijd maakte Veldhoen in 1956 zijn debuut in het eerste elftal en in de jaren die volgden zou hij uitgroeien tot een vaste waarde in het team. Dat zegt veel over zijn talent en zijn doorzettingsvermogen, want met de invoering van het betaald voetbal was het geen sinecure meer om als jeugdspeler door te breken in het eerste elftal. De club voerde onder leiding van voorzitter Cor Kieboom een actief transferbeleid om een zo sterk mogelijk elftal op de been te kunnen brengen. Alleen aanvoerder Gerard Kerkum kon het Veldhoen begin jaren zestig nog nazeggen uit de eigen gelederen te zijn doorgestoten naar het eerste elftal.

Cor Veldhoen treedt in 1965 met het Nederlands elftal aan voor een wedstrijd
tegen Zwitserland. Vlnr: Groot, Veldhoen, Keizer, Israel.

Succesvolle linksback
Het beleid van Kieboom legde de club geen windeieren. De jonge Veldhoen vond zichzelf terug in een elftal dat de club in het seizoen 1960/1961 met superieur technisch voetbal het eerste kampioenschap in meer dan twintig jaar bezorgde. Bij dat succes zou het niet blijven voor Veldhoen en zijn teamgenoten. Het volgende seizoen werd de titel met succes verdedigd, een unicum in de geschiedenis van Feyenoord. De Europacupcampagne die op dat tweede succes volgde, moet één van de hoogtepunten uit Veldhoens carrière zijn geweest. Het team wist als eerste Nederlandse ploeg de halve finale van de Europacup te bereiken, waar het uiteindelijk tegen het Portugese Benfica sneuvelde.

Een andere mijlpaal in Veldhoens carrière was het winnen van de dubbel in het seizoen 1964/1956. Het was de eerste keer dat Feyenoord daarin slaagde. Sterker nog, het was überhaupt de eerste keer dat een Nederlandse club in hetzelfde seizoen het landskampioenschap en de KNVB-beker won. In het seizoen 1968/1969 werd het succes van 1965 nog eens dunnetjes over gedaan, toen de club voor de tweede keer de dubbel won. Het was het vierde landskampioenschap voor Veldhoen, die het inmiddels tot aanvoerder had gebracht, en de tweede KNVB-beker.

Veldhoen had er op dat moment, met 27 caps op zijn naam, ook een respectabele interlandcarrière op zitten. Tussen 1961 en 1967, toen hij besloot om te bedanken als international omdat hij het interlandvoetbal niet goed te combineren vond met Feyenoord en zijn stucadoorsbedrijf, had hij met regelmaat deel uitgemaakt van de selectie van het Nederlands elftal. Helaas was Veldhoen actief geweest als international in een periode toen het nationale team nog geen potten kon breken.

Aanvoerder Cor Veldhoen toont in 1969 de KNVB-beker aan het publiek
na een 2-0 overwinning op PSV.
Afscheid
De dubbel van 1969 bleek het laatste grote succes voor Cor Veldhoen. De komst van Ernst Happel betekende effectief het einde van zijn carrière als speler. Hoewel Veldhoen pas dertig jaar oud was en nog best een paar seizoenen mee zou hebben moeten kunnen, besloot Happel de voorkeur te geven aan de van Ajax overgekomen linksback Theo van Duivenbode.

Naar een andere vereniging gaan om nog een aantal jaar door te spelen, was geen optie voor de clubman Veldhoen. Dus schikte hij zich zonder al te veel gemor in zijn rol als reserve. Hij zou dat seizoen nog één competitiewedstrijd spelen en een drietal keer in actie komen in het kader van de succesvolle Europacupcampagne van 1969/1970, die de club het grootste succes uit de geschiedenis zou opleveren. Hoewel het Veldhoen bepaald niet zal hebben verheugd dat hij het vanaf de bank moest meemaken, moet het hem goed hebben gedaan om zijn club dat enorme succes te zien behalen.

Aan het eind van dat seizoen zette Veldhoen een definitieve punt achter zijn carrière als speler. Veldhoen bleef echter bij de club betrokken en zou later nog deel uitmaken van het bestuur. In het dagelijks leven was hij directeur van een Technische Handelsmaatschappij.

Tot zijn overlijden bleef hij het reilen en zeilen van de club nauwgezet volgen. Nog in de onlangs verschenen september-uitgave van het voetbaltijdschrift Hard Gras liet hij zich uit over de actuele stand van zaken. Het was de aanwezigheid van Wim Jansen die hem vertrouwen gaf in de toekomst. Veldhoen: “Hoeven we tenminste niet meer bang te zijn dat er spelers bij Feyenoord komen om alleen maar op de loonlijst te staan.”

Als zijn uitspraken in Hard Gras één ding duidelijk maken, dan is het dat Cor Veldhoen tot aan zijn dood een echte Feyenoorder is gebleven.

Bronnen: Phida Wolff, Geen Woorden Maar Daden (Baarn 1971), Hard Gras Nr. 44.